Wat zijn DNS-records?
Wat zijn DNS-records? Dat is een goede vraag. Ze zijn een belangrijk onderdeel van jouw domeinnaam en zorgen ervoor dat jouw domeinnaam 'weet' waar jouw website staat. In dit artikel leggen wij uit welke DNS-records je bij ons kan aanmaken en wat ze voor je kunnen doen.
Lees ook: Hoe beheer ik mijn DNS-records?
A-records
Met een A-record kan je jouw domein of subdomein aan een IPv4-adres koppelen. Een IPv4-adres is bijvoorbeeld '12.34.56.78'.
Als je wilt dat jouw bezoekers je website kunnen bezoeken via 'www.domein.extensie' en jouw hostingpakket staat op een server met het IP-adres '12.34.56.78', dan geeft je 'www.domein.extensie' op als naam of host van het DNS-record en het IP-adres als inhoud.
AAAA-records
Dit type DNS-record werkt hetzelfde als het A-record, behalve dat je jouw domein of subdomein niet koppelt aan een IPv4-adres, maar een IPv6-adres. Een IPv6-adres is bijvoorbeeld '0:0:0:0:0:ffff:c22:384e'.
TXT-records
TXT-records, ook wel text records genoemd, worden gebruikt om extra informatie aan jouw domeinnaam toe te voegen.
G Suite, voorheen Google Apps, gebruikt dit type record om te verifiëren dat jij de eigenaar bent van de domeinnaam. Een TXT-record wordt ook gebruikt om een SPF-record aan een domeinnaam toe te voegen.
MX-records
Een MX-record is verantwoordelijk voor de uitwisseling van e-mail. De inhoud van dit type record is doorgaans een A-record wat verwijst naar de server die de e-mail moet afhandelen. Een voorbeeld:
Je ziet dat het MX-record verwijst naar 'mail.neostrada.nl'. Dit is een A-record en verwijst op zijn beurt naar het IP-adres '12.34.56.78'. De server achter dat IP-adres handelt de e-mail af. Je ziet ook dat de prioriteit '10' is. Dat betekend dat dit MX-record als eerst wordt gebruikt als er meerdere MX-records zijn. Een MX-record met prioriteit '20' wordt als tweede gebruikt.
CNAME-records
Met een CNAME-record kan je een A-record als het ware kopiëren. Als je een 'sub.domein.extensie' A-record hebt wat verwijst naar '12.34.56.78', dan kan je een 'kopie.domein.extensie' CNAME-record aanmaken wat verwijst naar 'sub.domein.extensie'. Het record 'kopie.domein.extensie' heeft dan hetzelfde IP-adres als het record 'sub.domein.extensie'.
Let op: Stel nooit een CNAME in op alleen de domeinnaam, dit moet altijd een subdomein zijn. Wanneer je een CNAME instelt op het domein zelf werkt de DNS niet meer naar behoren waardoor o.a. e-mail stopt met werken.
SRV-records
Met een SRV-record koppel je jouw domein aan een server die een bepaalde dienst levert, zoals een SIP service voor telefonie.
Bij de naam van het record voer je een alias en het protocol van de service in, samen met de domeinnaam. Bijvoorbeeld '_sip._tcp.domein.extensie'. De inhoud van het record moet de zwaarte, poort en het doel bevatten. Bijvoorbeeld ' 5 5060 sip.domein.extensie'.
Indien je een prioriteit moet instellen gaat dat bij ons in de DNS via een apart veld.